Op een bijzondere dag, heel lang geleden, was Boeddha aan het mediteren in een ashram, omringd met anderen die zijn lessen over meditatie volgden.
Op een gegeven moment, kwam een boze man de ashram binnenlopen. Hij was woedend, omdat hij vond dat Boeddha zijn kinderen op een verkeerde manier aan het beïnvloeden was.
Zijn kinderen waren namelijk geïnspireerd geraakt door de lessen van Boeddha en volgden deze. Hij kon er op geen enkele manier begrip voor hebben dat zijn kinderen uren zouden mediteren en hun dagelijkse activiteiten hiervoor in mindering brachten. Dit was niet hoe hij ze had opgevoed!
Toen hij eenmaal voor Boeddha stond, was hij furieus. Hij was zo kwaad, dat hij zijn boze emoties niet onder woorden kon brengen. En omdat hij zich in zijn boosheid toch wilde laten gelden, spuugde hij in het gezicht van Boeddha.
De mensen om Boeddha schrokken van deze niet respectvolle daad. Het liefst hadden ze de man een lesje geleerd.
Maar Boeddha’s reactie deed hun bedaren. Boeddha zijn enige reactie was glimlachen naar de man.
Deze reactie was voor zowel de man als de medestanders van Boeddha verrassend en verbazingwekkend.
De man bedacht zich en verliet de ashram voordat hij verder zou ontploffen.
Echter, de reactie van Boeddha bleef hem bij. Hij had nog niet eerder een dergelijke reactie gezien in zijn leven. Het was alsof de glimlach van Boeddha op zijn netvlies was gebrand. Het bleef hem de hele nacht achtervolgen.
Gekweld door schuld en schaamte, koos de man om de volgende dag weer naar de ashram te gaan en bood zijn excuses aan Boeddha aan.
Boeddha antwoordde dat hij hem niet kon vergeven! De man reageerde teleurgesteld, maar de volgers van Boeddha en zijn leer, reageerden verontwaardigd. Hoe Boeddha, leraar van compassie, nu kon zeggen dat hij de man niet kon vergeven?
Boeddha zag de reactie van de man en de omstanders en besloot dat het beste was om zijn beslissing uit te leggen.
Hij vertelde de man dat hij hem niet kon vergeven, omdat hij van mening was dat de man niets had gedaan, waarvoor hij hem moest vergeven. De man legde hem uit dat hij de man was die een dag van te voren zo kwaad op hem was, dat hij in zijn gezicht had gespuugd.
Boeddha zei:
“De man die gisteren de ashram bezocht was in een compleet andere staat verschenen dan de man die nu voor mij staat. En ook hij was niet de man die hier gisteren zat. Als ik de man ontmoet die jij gisteren in zijn gezicht heb gespuugd zal ik hem vragen om je te vergeven. Zoals ik jou nu zie, ben jij een fantastisch mens en heb je niets verkeerd gedaan.”
De man die hem in zijn gezicht had gespuugd, had het inzicht verkregen in zijn gedrag dat het niet goed was. En had zich vervolgens al genoeg gekweld met schuld en schaamte.
Het moraal van Boeddha’s les over vergeving is, dat je mensen vergeeft zonder dat die persoon dat hoeft te weten. De persoon die jij vergeeft, hoeft zich niet schuldig te voelen voor hetgeen hij heeft gedaan.
Als je de ander vergeeft, maar de ander blijft herinneren aan wat hij heeft gedaan, is dat geen vergeving.
De persoon in kwestie heeft te dealen met zijn eigen emoties. En als dat schuld en schaamte is, dan moet je weten dat die net de meest bezwarende emoties zijn die een mens kan ervaren. Dit is een consequentie die voldoende is voor zijn gedrag.
Hoe de ander zich ook voelt, het gaat jou niet helpen in jouw helingsproces wanneer jij gekwetst bent. Dat kun jij alleen doen. En door te vergeven, zul je helen.
Wil jij ook leren vergeven? En daarmee jouw 'oude' negatieve emoties loslaten?
Neem dan contact met mij op.
Liefs, Bindia
Hypnotherapeut & Coach